Hoe veranderde de Statenbijbel Nederland?

de statenbijbel
Hoe veranderde de Statenbijbel Nederland?

Gepubliceerd: 26-7-2017

Laatste update: 27-01-2021

Het is het bestverkochte boek ooit: de Bijbel. Het heilige boek is in meer dan 450 talen vertaald, waaronder het Nederlands. De eerste officiële Nederlandse Bijbelvertaling dateert uit 1637 en wordt de Statenbijbel genoemd. Waarom was deze Bijbel zo belangrijk?

De Bijbel is het heilige boek van de christenen en bestaat uit het Oude en het Nieuwe Testament. Het is niet door één iemand of in één keer geschreven, maar in de loop der jaren ontstaan en aangepast. Het Oude Testament is gebaseerd op het Joodse boek Tenach, de Hebreeuwse Bijbel. Het Nieuwe Testament is een verzameling van christelijke geschriften uit de eerste en tweede eeuw na Christus.

Er zijn duizenden verschillende versies van de Bijbel: van groot tot klein en van Chinees tot Spaans.

Waarom moest er een vertaling komen?

In de zestiende eeuw zijn er allerlei verschillende versies van de Bijbel in omloop. Humanist Erasmus vertaalt het Nieuwe Testament van het Grieks naar het Latijn. Hervormer Maarten Luther gebruikt deze versie voor een vertaling naar het Duits. Daaruit ontstaat vervolgens de Liesveltbijbel in het Nederlands, gedrukt door Jacob van Liesvelt in Antwerpen. Er is nog geen sprake van een directe vertaling – het gaat hier om een vertaling van vertalingen. De vertalers geven hier vaak een eigen invulling aan. De Bijbelvertaling van Luther wordt daarom ook gezien als een lutherse interpretatie.

Diverse Bijbels

8000 bijbels

Het Nederlands Bijbelgenootschap in Haarlem bezit zo’n achtduizend bijbels van over de hele wereld.

Delftse Bijbel

Een vertaling van het Oude Testament uit 1477.

Biestkensbijbel

Een Bijbelvertaling voor lutheranen uit 1560.

Moerentorfbijbel

Een rooms-katholieke Bijbel uit 1657.

Door deze veelvoud aan incomplete of ‘gekleurde’ Bijbelvertalingen is er niet één echte algemene vertaling. De Synode van Dordrecht geeft in 1618 opdracht tot het produceren van een officiële versie, rechtstreeks vertaald vanuit de brontalen. Het Oude Testament is geschreven in het Hebreeuws door de joden, met verschillende passages in het Aramees. Het Nieuwe Testament bestaat uit Griekse teksten. De vertalers moesten vanuit deze oorspronkelijke talen een Nederlandse bewerking maken.

Tot 1500 lezen maar weinig mensen zelf de Bijbel. Vooral geestelijken en de rijken konden lezen. Het is dus tijd voor een nieuwe versie.

Zij hebben namelijk gezien dat een algemene Bijbelvertaling in Engeland veel succes heeft gehad. Koning James geeft 54 geleerden en geestelijken de opdracht de Bijbel te vertalen. Na zeven jaar wordt in 1611 de ‘King James version’ uitgegeven. Deze officiële versie moet alle eerdere Bijbels vervangen. Nog steeds wordt de ‘King James version’ veel gelezen.

Tijdens de vergaderingen wordt gevraagd of er noodzaak is voor een nieuwe Bijbel. Ja, stellen velen leden. Er moet een hervormde Bijbel komen, die compleet en zo origineel mogelijk is. De Synode stelt regels op voor vertalers. Zo moet een vertaler zo min mogelijk woorden toevoegen bij het vertalen van een zin. Als hij wel iets wil toevoegen, moet dat tussen haakjes. Zo blijft duidelijk wat oorspronkelijk in de Bijbel stond en wat een toevoeging is van de vertaler.

Een protestante Bijbel in een rooms-katholieke kerk.

Hoe wordt de Statenbijbel gemaakt?

Na de oproep van de Synode uit 1618 duurt het nog even voordat het vertalingsproces in gang wordt gezet. De Staten-Generaal gaan pas in 1628 akkoord. Twee van de aangewezen vertalers zijn dan al overleden. Er wordt snel naar vervanging gezocht en in Leiden gaan de vertalers aan de slag. Drie vertalers worden op het Oude Testament gezet en drie andere vertalers beginnen aan het Nieuwe Testament. Zij moeten met kanttekeningen aangeven waarom zij kiezen voor een bepaalde vertaling. Daaropvolgend wordt de tekst gecontroleerd door zogenaamde ‘overzieners’.

De vertalers komen bijeen in elkaars huizen om dagenlang te werken aan de eerste Nederlandse Bijbelvertaling.

voorpagina van de statenbijbel

Voorpagina uit de Statenbijbel.

De stad Leiden wil maar al te graag meehelpen aan het vervaardigen van de Bijbel en betaalt 2500 gulden voor het octrooi om de Bijbel in Leiden te drukken. Er wordt een meesterdrukker uit Amersterdam ingeschakeld. Die moet de druk echter nog een jaar uitstellen omdat het papier op dat moment erg duur en schaars is. Pas in 1637 is het zover. Aan de Hooglandse Kerkgracht in Leiden wordt het drukken gestart. Het eerste exemplaar wordt extra groot gedrukt, gebonden in fluweel en verguld op snee. De vertalers presenteren deze bijbel op 17 september 1637 aan de Staten-Generaal. Omdat deze het project gefinancierd hebben, krijgt de vertaling de naam Statenbijbel.

De Statenbijbel wordt niet alleen vanuit religieuze overwegingen geproduceerd, maar ook vanuit politieke.

Waarom is de Statenbijbel zo belangrijk?

De Statenbijbel wordt tussen 1637 en 1657 maar liefst een half miljoen keer gedrukt. Ruim driehonderd jaar blijft de Statenbijbel de belangrijkste Bijbel in de gereformeerde kerken. Omdat de Statenbijbel zo wijdverspreid gebruikt wordt, ontstaat er ook meer religieuze eenheid. In plaats van allerlei verschillende versies, lezen de meeste protestanten de Statenbijbel. De katholieken wilden niks te maken hebben met de Statenbijbel, de vertaling is zelfs verboden.

Katholieken verbieden de Statenbijbel

VPRO - De Avonden, 11 sep 2012

00:00

00:00

Ook op taalkundig gebied heeft de Statenbijbel voor eenheid gezorgd. De Statenbijbel is voor iedereen en moest dus ook voor iedereen goed leesbaar zijn. De vertalers nemen daarom elementen uit verschillende streektalen op. Bepaalde spelling, woordkeuze en uitdrukkingen uit de Statenbijbel worden na publicatie steeds vaker gebruikt. De Bijbel draagt zo bij aan de standaardisering van het Nederlands. De taal uit de Statenbijbel is een mengvorm van verschillende dialecten.

“Zo’n heilig boek zit in de ziel van onze cultuur.”

Bestaat de Statenbijbel nog?

De Statenbijbel bestaat nog steeds en wordt gebruikt in een aantal kerkelijke gemeentes. Wel verschijnen er een aantal hertalingen en nieuwe versies. In de uitgaves van 1888 en 1977 wordt een modernere spelling gebruikt. De meest recente versie is de Herziene Statenvertaling uit 2010. Met het gebruik van moderne spelling (‘U’ in plaats van ‘Gij’) wordt gepoogd de jonge generaties geïnteresseerd te houden. Deze herziene versie is, in navolging op de Synode van Dordrecht, ook in de Grote Kerk van Dordrecht gepresenteerd.

Ook in 2010 is de Bijbel nog populair. Mensen staan in rijen voor de boekwinkel om de herziene versie te kunnen bemachtigen.

In het kort

  • Aan het einde van de Middeleeuwen zijn er allerlei versies van de Bijbel in omloop, die vaak incompleet of bewerkt zijn.

  • In 1618 geeft de Synode van Dordrecht, in navolging van Engeland, opdracht tot het vervaardigen van een officiële hervormde Bijbel, rechtstreeks vertaald vanuit de brontalen.

  • De Statenbijbel wordt in 1637 uitgegeven. Een half miljoen exemplaren worden gedrukt en de Bijbel zorgt voor eenheid op het gebied van religie en taal.

  • Nog steeds wordt de Statenbijbel gebruikt in kerkelijke gemeentes, hoewel er wel herziene versies zijn uitgegeven om de spelling te moderniseren.

En je weet het!

Anderen het laten weten?

Ook interessant

om te weten