Wat zijn de valkuilen van adoptie?

Adoptie header
Wat zijn de valkuilen van adoptie?

Gepubliceerd: 23-8-2017

Laatste update: 03-11-2022

Adoptie kan een prachtige manier zijn om ouderloze kinderen te helpen. Maar zeker niet iedere adoptie is een succesverhaal. In de politiek worden allerlei voor- en tegenargumenten besproken. Interlandelijke adoptie blijft een beladen onderwerp met vele gezichten. Sommigen pleiten zelfs voor een (gedeeltelijk) verbod. Hoe verloopt een adoptieprocedure en welke ethische dilemma’s spelen een rol?

Adoptie is het proces waarbij een kind wordt opgenomen in een nieuw gezin en de wettelijke band met de biologische ouders verbroken wordt. De adoptieouders (ook vaak ‘wensouders’ genoemd) zijn vanaf dan de ouders van het kind, met alle rechten en plichten die daarbij horen. Er wordt in Nederland een onderscheid gemaakt tussen binnenlandse en interlandelijke adoptie. Binnenlandse adoptie komt bijna niet meer voor. Interlandelijke adoptie wel: de afgelopen jaren enkele honderden kinderen per jaar. Maar het aantal adopties daalt wel.

cijfers over het aantal adopties in nederland

Er is een duidelijke afname te zien in het aantal adopties over de periode 2006-2016 (bron: Ministerie van Veiligheid en Justitie).

Sinds wanneer bestaat adoptie?

Adoptie is geen moderne praktijk – het gebeurt al eeuwen. Er wordt in de tijd van de Romeinen en tijdens de middeleeuwen al volop geadopteerd. Dit is niet in dezelfde wettelijke zin als nu, maar het wil wel zeggen dat er dan al ouders zijn die niet-biologische kinderen in hun gezin opnemen en opvoeden alsof het hun eigen kind is.

In die tijd worden kinderen (en zelfs volwassenen) ook wel geadopteerd vanwege het erfrecht. Romeinse keizers die zelf geen nakomelingen hebben, adopteren zoons ter opvolging. Later worden kinderen zonder ouders steeds vaker opgevangen in weeshuizen en kloosters.

Gestolen generaties

Een moeder met haar geadopteerde zoon, afkomstig uit een Aboriginalfamilie. Tussen 1910 en 1970 zijn ongeveer honderdduizend Aboriginal kinderen van hun familie gescheiden.

Hoewel adoptie dus van alle tijden is, wordt het adopteren van minderjarigen in Nederland pas in 1956 wettelijk vastgelegd. Dit is een gevolg van wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurd is. De verzetsstrijder Gezina van der Molen – schuilnaam Tante Lien – zet zich in voor de onderduik van joodse kinderen. Zij brengt de kinderen onder bij protestantse gezinnen, waar de ouders als pleegouders figureren. Na de oorlog ontstaat er een heftig conflict: moeten (en kunnen) de joodse kinderen terug? Of zijn zij beter af bij hun protestantse pleeggezinnen? Als zij een familieband met hun pleeggezin hebben opgebouwd, kunnen zij volgens Gezina beter blijven. Dit leidt tot veel verzet in de joodse gemeenschap. Uiteindelijk keert de helft van de kinderen terug naar hun joodse familie, terwijl de andere helft in niet-joodse gezinnen blijft.

In deze aflevering van Brandpunt uit 1963 reizen Nederlandse paren af naar Griekenland om kinderen te adopteren.

Dit vraagt om duidelijke regels voor adoptie. In 1956 wordt daarom de Adoptiewet opgesteld. Het adopteren van kinderen komt in de praktijk al volop voor, maar is vanaf dan ook juridisch vastgesteld.

In de jaren zestig en zeventig adopteren Nederlandse stellen veel kinderen uit Griekenland, Oostenrijk, Duitsland en Italië en landen in Azië en Zuid-Amerika. Er is nog geen duidelijke procedure en de kinderen komen binnen zonder verblijfsvergunning. De overheid herziet de wet begin jaren zeventig, zodat interlandelijke adoptie beter geregeld is. Binnenlandse adoptie neemt steeds verder af, vooral door de komst van de anticonceptiepil, de acceptatie van ongehuwd moederschap en een bijstandsregeling voor ongehuwde moeders.

In de jaren zestig komt in Nederland een adoptiegolf op gang na een tv-interview van Mies Bouwman met schrijver Jan de Hartog. De hele aflevering zien? Kijk op de website van Andere Tijden.

Waarom adopteren?

Er zijn verschillende beweegreden om te kiezen voor adoptie. In de meeste gevallen komt het voort uit een onbeantwoorde kinderwens. Ongeveer negentig procent van de adoptieouders is ongewenst kinderloos. Er zijn ook ouders die, naast hun kinderwens, vanuit een idealistische overtuiging kinderen adopteren: om overbevolking tegen te gaan of om kansarme kinderen een beter leven te bieden.

Een stel legt uit waarom ze voor adoptie hebben gekozen. Benieuwd hoe het tien jaar later met de familie gaat? Bekijk de aflevering van Spoorloos Extra op NPO Start.

Adoptiekinderen zijn niet per definitie ouderloos. In veel gevallen hebben zij nog wel een biologische ouder of ouders, maar maken die de zware keuze het kind af te staan. Soms hebben moeders zelfs geen keuze, en wordt hen een gedwongen adoptie opgelegd door familie. Er zijn uiteenlopende redenen voor het afstaan van een kind. Armoede is een belangrijke oorzaak: ouders zijn bang dat ze niet de middelen hebben om het kind veilig en gezond op te voeden. Maar het komt ook voor dat alleenstaande moeders hun kind afstaan, omdat er in sommige landen een taboe rust op ongehuwd een kind krijgen. Soms zijn er politieke oorzaken, zoals de eenkindpolitiek in China: ouders mochten tussen 1979 en 2015 wettelijk gezien maar één kind krijgen. Kinderen na het eerste kind zijn in veel gevallen opgegeven voor adoptie.

De veertienjarige Frank presenteert zichzelf op een show met catwalk aan potentiële nieuwe ouders. De hele aflevering? Kijk op de website van Zembla.

Hoe verloopt de adoptieprocedure?

Ouders die een kind willen adopteren moeten een langdurige procedure doorlopen. Tijdens dat proces wordt beoordeeld of de ouders geschikt zijn en vindt er bemiddeling plaats. De Stichting Adoptievoorzieningen werkt in opdracht van de overheid aan voorlichting en nazorg bij de adoptieprocedure. Deze stichting, de Raad voor Kinderbescherming en de bemiddelaars vormen het beginpunt voor interlandelijke adoptie.

Srilankaanse meisjes in een weeshuis

Srilankaanse meisjes in een woonpaviljoen in een Nederlands weeshuis in Koggala.

Dat proces begint bij het aanvragen van een beginseltoestemming. Er wordt eerst gecontroleerd of de wensouders voldoen aan de eisen. Als zij samen willen adopteren moeten zij getrouwd zijn. Zo niet, dan is er sprake van éénouderadoptie (de partner kan het kind dan later ook adopteren). Er geldt een maximale leeftijd van 45 jaar, hoewel er uitzonderingen mogelijk zijn. Na registratie met een BKA-nummer (Buitenlands Kind ter Adoptie) volgen een informatieavond en vijf verplichte voorlichtingsbijeenkomsten. Hier krijgen de wensouders informatie over allerlei aspecten van het adopteren. Daarna komt er een gezinsonderzoek waarin door de overheid wordt nagegaan wat de gezinssituatie is en waarom de wensouders een kind willen adopteren. Als dit proces goed doorlopen wordt, ontvangen de ouders de beginseltoestemming, die vier jaar geldig is.

Het heeft tweeëneenhalf jaar geduurd voordat Djèm vanuit Haïti naar Nederland kon komen. Zijn vader Martin legt uit waarom dat zo kwalijk is.

Vervolgens kan de zoektocht beginnen. Er zijn in Nederland vijf organisaties die mogen bemiddelen. Bij het intakegesprek worden wensen, tarieven en richtlijnen besproken. Gezamenlijk wordt gezocht naar een geschikte match, waarbij de organisatie contact heeft met de lokale instanties. Zodra er een match is, worden opnieuw alle voorwaarden gecontroleerd en de papieren in orde gemaakt. Daarna kan het kind opgehaald worden. De tijd tussen beginseltoestemming en daadwerkelijke adoptie kan variëren van nul tot wel vier jaar, afhankelijk van het land van herkomst. Als kinderen een special need hebben, is de wachttijd vaak korter.

Waarom is adopteren zo duur?

De adoptieprocedure is naast langdurend ook erg prijzig. Afhankelijk van de bemiddelaar en het land van herkomst kan een adoptie 15.000 tot 40.000 euro kosten. Een relatief klein gedeelte, 1.595 euro, is bedoeld voor de voorlichting in Nederland en de aanvraag van de beginseltoestemming. Het grootste gedeelte wordt besteed tijdens de bemiddelingsfase. Er worden kosten gemaakt voor bemiddeling, vertalingen, een notaris, opstellen van documenten, medische zorg en onderhoud voor het kind. Door de lengte van de procedure – nodig om alles goed te regelen – stapelen de kosten zich op. Vaak moeten de wensouders het kind zelf ophalen en enige tijd in het land van herkomst blijven. Ook dat brengt kosten voor reis en verblijf met zich mee. Eenmaal in Nederland moet het kind een verblijfsvergunning krijgen, ook daar zijn kosten aan verbonden.

In Nederland is adopteren alleen weggelegd voor stellen met een hoog inkomen. Ina Hut, hier aan het woord namens Wereldkinderen, treedt later af bij de organisatie.

Moet adoptie verboden worden?

De meeste ouders willen met alle goede bedoelingen een kind een beter leven bieden. En heel veel kinderen hebben dringend een veilige en liefdevolle omgeving nodig. Toch gaat er in het proces nog steeds veel mis. Verhalen van corruptie, kinderhandel, misbruik en vervalste gegevens over het kind worden steeds vaker gemeld, vooral door de adoptieouders. Nederlandse adoptieorganisaties zijn daarom ook steeds behoedzamer op interlandelijke adoptie. In de Tweede Kamer wordt de vraag gesteld: moet interlandelijke adoptie verboden worden?

Adoptie: voor en tegen

Emeritus hoogleraar adoptie René Hoksbergen en (geadopteerde) schrijfster Marina van Dongen zijn tegen adoptie uit het buitenland.
Sander Vlek van belangenorganisatie LAVA en adoptieouder Kim van Schie zijn voor adoptie uit het buitenland.

Een belangrijk onderdeel van het probleem is dat er lange tijd meer wensouders dan adoptiekinderen geweest zijn. Hierdoor is er een vraaggestuurde markt voor adoptiekinderen ontstaan en dat leidt tot veel corruptie. Er zijn gevallen bekend waarin kinderen van moeders zijn afgenomen, of waar lokale adoptiebureaus niet in het bezit waren van de juiste papieren. In Sri Lanka waren in de jaren tachtig zelfs zogenoemde 'babyfarms': plekken waar vrouwen zwanger werden gemaakt om aan de vraag naar adoptiekinderen te voldoen. In de jaren tachtig zijn ongeveer 11.000 kinderen uit Sri Lanka geadopteerd, zo'n 4000 daarvan gingen naar Nederland. Jarenlang werden verhalen over babyfarms afgedaan als geruchten, maar in september 2017 erkent de Sri Lankaanse minister van Volksgezondheid in een uitzending van Zembla voor het eerst het bestaan van de babyfarms:

De Sri Lankaanse overheid erkent voor het eerst dat er in de jaren tachtig 'babyfarms' waren in het land.

Het gaat om vraag naar en aanbod van een zeer kwetsbaar product: een kind zonder gezin.

Rapport Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming

De Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) adviseert het kabinet eind 2016 om zo snel mogelijk te stoppen met interlandelijke adoptie. Zeker adoptie uit landen als China en de Verenigde Staten moet zo snel mogelijk een halt worden toegeroepen. Het onafhankelijke adviesorgaan brengt een rapport uit over de gevolgen van interlandelijke adoptie. Zij benadrukken dat er zowel positieve als negatieve kanten aan adoptie zijn. Zo blijkt dat de meeste geadopteerde kinderen en volwassenen gelukkig zijn in Nederland. RSJ noemt het daarom voor deze kinderen een “effectieve interventie”.

moeder en kind

 Moeder en kind tijdens een bijeenkomst van ouders van adoptiekinderen.

Maar, de voordelen wegen volgens het RSJ niet op tegen de nadelen. Naast tekortkomingen in Nederland, wordt adoptie te vaak gestuurd door financiële belangen. Kindertehuizen, bemiddelaars en overheden hebben er financieel voordeel van wanneer een kind geadopteerd wordt. Dat leidt in te veel gevallen tot machtsmisbruik. Dit gaat ten koste van het welzijn van het kind en de biologische moeder. Bovendien vindt de RSJ het wenselijk dat kinderen in eigen land geplaatst worden: zeker vanaf een bepaalde leeftijd moeten zij niet weggehaald worden uit een vertrouwde omgeving.

Een Nederlands stel koopt via internet een baby uit België. De rechter grijpt in: dat is geen adoptie maar kinderhandel.

Daarom luidt het advies dat interlandelijke adoptie zoveel en snel mogelijk moet ophouden, en dat de overheid zich moet richten op het verbeteren van het jeugdbeschermingssysteem in de herkomstlanden. De RSJ maakt duidelijk dat de aspirant-ouders en Nederlandse adoptiebureaus niets te verwijten valt – zij handelen meestal vooral uit goede bedoelingen. 

Daarna komt de commissie Joustra in 2021 met een vernietigend rapport. Dat leidt tot een voorlopige adoptie-stop voor kinderen uit het buitenland. Het advies is om bemiddelingsbureaus op te laten gaan in een nieuw op te richten overheidsorganisatie en verscherpt toezicht in te stellen om misstanden te voorkomen.

Eind 2022 wil het kabinet het adopteren van kinderen uit het buitenland weer hervatten. Maar dan alleen uit zes geselecteerde landen, namelijk: de Filipijnen, Hongarije, Lesotho, Taiwan, Thailand en Zuid-Afrika. Landen waar afgestane kinderen ook in eigen land kunnen worden opgevangen vallen af. Dit geldt bijvoorbeeld voor China en de Verenigde Staten.

In Brandpunt wordt kritiek geleverd op het programma 'Met open armen' van RTL. Zij laten enkel de rooskleurige kant van adoptie zien.

In het tv-pogramma Zembla is op 28 maart 2018 te zien hoe de Nederlandse overheid een rol heeft gespeeld bij adoptiebedrog in het verleden, en hoe minister Dekker (Rechtsbescherming) daarop reageert

De Nederlandse overheid is volgens minister Dekker niet verantwoordelijk voor de adoptieprocedure. Zijn reactie hoor je hier. De hele aflevering zien? Kijk op NPO Start.

Is adoptie in het belang van het kind?

Zowel voor- als tegenstanders van interlandelijke adoptie zijn het erover eens dat het belang van het kind voorop moet staan. Jonge adoptiekinderen kunnen vaak nog niet goed uitdrukken of ze blij zijn met hun adoptie. Oudere geadopteerde kinderen en volwassenen hebben vaak diverse ervaringen. In de meeste gevallen zijn geadopteerde kinderen gelukkig. Uit een langlopend onderzoek van de Universiteit van Leiden blijkt dat 23-jarigen die geadopteerd zijn vragen over vertrouwen en intimiteit niet anders beantwoorden dan niet-geadopteerde leeftijdsgenoten. De Universiteit van Leiden vergelijkt in 2006 ook geadopteerde kinderen met hun achtergebleven leeftijdsgenoten. Daaruit blijkt dat de geadopteerde kinderen, met name als zij voor hun eerste levensjaar zijn geadopteerd, ver voorlopen, zowel lichamelijk als geestelijk. Kinderen weten zich dus enorm goed aan te passen aan hun nieuwe situatie, met positieve uitkomst.

Anderzijds blijkt dat adoptiekinderen vaker te maken hebben met verlatingsangst, een laag zelfbeeld en onzekerheid over de eigen identiteit. Er is hierin een verband te herkennen met de leeftijd van het kind ten tijde van de adoptie. Of afschaffing van interlandelijke adoptie in het belang is van het kind, is dus niet met alle zekerheid te zeggen. Wel is duidelijk dat er vele uiteenlopende ervaringen zijn – zowel positief als negatief.

Misstanden

Zo'n drie duizend adoptiekinderen komen tussen 1973 en 1983 vanuit Indonesië naar Nederland. Hoe groot was daar het adoptiebedrog?
Sanne van Rossen gaat op zoek naar de omstandigheden van haar adoptie: er is eigenlijk geen sprake van adoptie, maar van kinderhandel.

De biologische moeder van het meisje Amber krijgt spijt van de adoptie en wil haar kind terug. De Nederlandse pleegouders willen Amber niet kwijt.

In het kort

  • Adoptie is het opnemen van een kind in het gezin, waarbij de wettelijke band met de biologische ouders wordt verbroken.

  • Adoptie bestaat al eeuwen, maar wordt pas in 1956 in de Nederlandse wet opgenomen.

  • De adoptieprocedure duurt vaak lang en is prijzig. Er is in Nederland maar een beperkt aantal organisaties dat mag bemiddelen tussen wensouders en buitenlandse adoptiebureaus.

  • Er komen momenteel veel misstanden aan het licht betreffende interlandelijke adoptie. Door de vraaggestuurde markt liggen corruptie en kinderhandel op de loer.

  • Vanwege deze problemen adviseert de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming de overheid om met interlandelijke adoptie te minderen en hervormen.

En je weet het!

Anderen het laten weten?

Ook interessant

om te weten