Hoe ontwikkelt de landbouw zich?

landbouw akker
Hoe ontwikkelt de landbouw zich?

Gepubliceerd: 28-12-2017

Laatste update: 25-04-2023

In de loop der eeuwen ontdekken we nieuwe en betere gewassen en teelmethoden, maar het groeiende landbouwgebied gaat wel ten koste van de natuur. Hoe ontwikkelt de landbouw zich?

Redacteur: Willemien Groot

Waaraan hebben we landbouw te danken?

Tot zo'n 12.000 jaar geleden leven de jagers/verzamelaars op aarde. Ze blijven maar korte tijd op een vaste plek. Als het voedsel op is, trekken ze verder. Op plaatsen waar de bodem vruchtbaar is, blijkt een permanente vestigingsplaats efficiënter. In het Midden-Oosten, in delen van Azië en Midden-Amerika ontstaan de eerste landbouwgemeenschappen. Boeren bedenken gereedschappen om de grond te bewerken en leren voorraden aan te leggen voor de winter. Al snel ontstaat de eerste lokale en regionale handel in producten.

Louise Fresco bezoekt in de vlakte tussen de Eufraat en de Tigris een gebied waar de allereerste landbouw is ontstaan.

Gewassen verspreiden zich door de eeuwen heen over de wereld door ontdekkingsreizen en handelsroutes. Denk maar aan de aardappel. De Inca's in Peru kennen het gewas al duizenden jaren. In de zestiende eeuw nemen Spaanse veroveraars de plant mee naar Europa, waar lokale boeren aardappels gaan verbouwen. Het gewas groeit op arme gronden en verbruikt weinig water. In nieuw ontdekte gebieden leggen de Europeanen ook de eerste plantages aan met handelsgewassen als suiker, tabak, cacao en katoen. De industriële revolutie in de negentiende eeuw vervangt de handarbeid en het gebruik van trekdieren als paarden, ossen en ezels. Stoommachines en een eeuw later de uitvinding van de dieselmotor maken de landbouw vele malen efficiënter. In de jaren zestig van de vorige eeuw krijgt de Nederlandse glastuinbouw een flinke duw in de rug door goedkoop gas uit Groningen. Tuinders verwarmen hun kassen en kunnen hierdoor in de winter nog zomergewassen op de markt brengen.

Wat is veredeling?

De allereerste boeren leren al snel de beste zaden en jonge planten als zaai- en pootgoed te bewaren. Die selecteren ze op basis van een hoge opbrengst en omdat ze goed zijn aangepast aan hun omgeving. Dit vergroot de kans op een goede oogst in het volgende seizoen. Zo ontstaan zogenoemde ‘gedomesticeerde’ varianten van wilde granen, vruchten en bonen. Instinctief zijn deze boeren al bezig met gewasveredeling.

landbouw_tarwe

Boeren zijn altijd al bezig met veredeling, het selecteren van de beste zaden om zo efficiënt mogelijk te produceren.

De Oostenrijkse monnik Gregor Mendel experimenteert halverwege de negentiende eeuw met erwtenplanten. Jarenlang kruist hij planten met verschillende kenmerken, zoals de vorm van de erwt en de peul. Hij houdt heel precies bij welke eigenschappen aan de volgende generaties worden doorgegeven. Uiteindelijk kan Mendel precies voorspellen hoe de nakomelingen van een bepaalde kruising eruit zien. Daarom staat Mendel ook wel bekend als de vader van de genetica. Tijdens zijn leven is niemand erg onder de indruk van het onderzoek. Pas rond 1900 beseft de wetenschap hoe baanbrekend het onderzoek van de monnik is. Zijn ontdekking heeft grote gevolgen voor de variëteit van landbouwgewassen. Doelbewuste veredeling, om een vrucht lekkerder of aantrekkelijker te maken, is dan een kleine stap. Bijvoorbeeld een zoetere sinaasappel of cherrytomaatjes. Of, door onze groeiende kennis van de genetische kaart van producten, groenten en fruit die langer houdbaar zijn, of bestand tegen ziekten. De ontwikkeling van zo'n nieuw product gaat stapje voor stapje. Gemiddeld duurt het zo'n tien jaar voordat het op de markt komt.

De Oostenrijkse Gregor Mendel is pionier in de plantengenetica. Hij experimenteert met planten om genetische kenmerken te kunnen voorspellen.

Wat is de Groene Revolutie?

Boeren willen zo efficiënt mogelijk werken met de hoogst mogelijke opbrengst. Al in de negentiende eeuw beperken boerenbedrijven zich tot de teelt van één bepaald gewas. Dit heet monocultuur. Monocultuur levert in goede tijden een hoge opbrengst op en daarmee veel inkomsten. Maar die werkwijze brengt ook risico's met zich mee. De bodem raakt sneller uitgeput en een boerenbedrijf is gevoelig voor plantenziekten en plaagdieren. Een schimmel of een slakkeninvasie kan de hele oogst verwoesten. Daarom breekt monocultuur pas echt door na de introductie van kunstmest en pesticiden in de jaren zestig van de vorige eeuw. De opbrengsten per hectare schieten omhoog.

Pesticiden, kunstmest en de professionalisering van gewasveredeling zorgen voor een ommekeer die bekend staat als De Groene Revolutie. Aan de wieg hiervan staat de Amerikaanse wetenschapper Norman Borlaug. Borlaug is gespecialiseerd in gewasveredeling en richt zijn onderzoek op hogere opbrengsten van tarwe en rijst. Die kennis brengt hij samen met efficiënt gebruik van kunstmest en pesticiden naar onder meer Mexico, India en China. Aziatische landen, waar regelmatig hongersnoden zijn als gevolg van voedseltekorten, worden zelfvoorzienend. Zij kunnen hun eigen bevolking voeden en houden zelfs voldoende opbrengsten over voor de export. Voor zijn inspanningen krijgt Norman Borlaug in 1970 de Nobelprijs voor de Vrede.

Het werk van Norman Borlaug stond aan de basis van de Groene Revolutie. Volgens sommigen zou er nu opnieuw een tweede Groene Revolutie nodig zijn om iedereen te voorzien van genoeg voedsel.

Wat zijn de voordelen van intensieve landbouw?

Voor Nederland geldt dat intensieve landbouw en internationale handel ervoor zorgen dat we een grote voedselzekerheid hebben. Er zijn geen voedseltekorten meer. Zelfs in de winter liggen de supermarkten vol groenten en fruit. Een schrijnend contrast met de negentiende eeuw (1845-1850) als in een aantal Europese landen, waaronder Nederland en Ierland, in opeenvolgende jaren de aardappeloogst mislukt door de aardappel ziekte. In verschillende Nederlandse steden breekt oproer uit. In Ierland sterven ruim een miljoen mensen als gevolg van de hongersnood.

Ierland wordt in de negentiende eeuw getroffen door een ernstige hongersnood. Veel Ieren overlijden en diegenen die blijven leven, overwegen om te emigreren naar Canada en Amerika.

De helft van het oppervlak van Nederland is tegenwoordig in gebruik als landbouwgrond. Na de Verenigde Staten is Nederland de grootste exporteur van landbouwproducten ter wereld. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving is zo'n 75 procent van de landbouw - inclusief veeteelt - bestemd voor het buitenland. De export overstijgt de laatste jaren de 100 miljard. Hoewel het aantal boerenbedrijven afneemt, stijgt de productiviteit. Dit komt door schaalvergroting en  mechanisering van de landbouw. In de jaren vijftig draait de Nederlandse landbouw op landarbeiders in dienst bij kleine boerenbedrijven van zo'n zes hectare. Moderne agrarische bedrijven zijn vrijwel volledig gemechaniseerd en zo'n 30 hectare groot.

Wat zijn de nadelen van intensieve landbouw?

In Nederland heeft de intensieve landbouw gevolgen voor de bodemkwaliteit en de natuur. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) becijfert ieder jaar de milieudruk. Die blijft de laatste jaren onverminderd groot. De landbouw (akkerbouw, glastuinbouw en veehouderij) is verantwoordelijk voor 85 procent van de ammoniakuitstoot in Nederland. Het grootste deel neemt de veeteelt hiervan voor rekening. De glastuinbouw verbruikt veel stroom en gas, voor verlichting en verwarming van de kassen. Ook raakt het oppervlaktewater vervuild door kunstmest en bestrijdingsmiddelen van de landbouw. Dat gaat ten koste van de biodiversiteit. Dat blijkt onder andere uit het rapport 'Natuur en Landbouw verbonden' van het Wereld Natuur Fonds in 2022 waarin de gevolgen van de intensivering van de landbouw beschreven worden. Een eentoniger landschap waarin in de afgelopen decennia veel soorten verdwenen zijn of zeldzaam zijn geworden. De teruggang van de soorten beperkt zich niet tot Nederland. Zo is driekwart van de insecten in beschermde natuurgebieden in Duitsland verdwenen.

75% van de insecten in Duitse natuurgebieden is verdwenen, blijkt uit onderzoek uit 2017.

De oorzaak van de spectaculaire afname is nog onduidelijk. Maar onderzoekers sluiten niet uit dat monoculturen, afname van plantensoorten en gebruik van pesticiden hierin boosdoeners kunnen zijn.

landbouw pesticide

De focus op efficiëntie en opbrengst leidt tot ook tot soortenverlies. Tuinders kweken liever een appelras dat veel opbrengt dan zestien verschillende soorten die de diversiteit waarborgen. Kwekerijen zijn daardoor kwetsbaarder voor insectenplagen of ziekten. Om hier iets aan te doen, hebben verschillende kwekerijen zich gespecialiseerd in die vergeten groenten en fruit. De bijzondere appel- en pruimenrassen, of alternatieven voor de aardappel vind je tegenwoordig weer in luxere restaurants.

Biologische landbouw, zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen, geldt als een duurzaam alternatief. Maar ook dieren in die sector produceren mest. Bovendien levert het huidige landoppervlak biologische landbouw onvoldoende op om de groeiende wereldbevolking te voeden. Daarvoor is tot ruim 30 procent meer landoppervlak nodig voor landbouw. 

Wat is genetische modificatie?

Genetische modificatie of gmo wordt gezien als een van de oplossingen om de opbrengst per hectare te verhogen, omdat planten hiermee bijvoorbeeld weerbaar kunnen worden gemaakt tegen ziektes. Gmo is een verandering van de genetische structuur van een organisme die in de natuur niet mogelijk is. Wetenschappers kunnen een gen van een organisme 'uitzetten', of een gen toevoegen dat afkomstig is van een hele andere soort (transgenese). Gmo kan ook betekenen dat er bepaalde genen worden toegevoegd die van nature wel in de soort voorkomen (cisgenese). In dit geval versnelt genetische modificatie een proces dat met veredeling generaties lang zou duren. Gmo is dus iets anders dan de zaadveredeling waarmee Gregor Mendel al in de negentiende eeuw experimenteerde, omdat het dna van een plant of dier direct wordt aangepast.

Moleculair bioloog Hidde Boersma legt uit wat het verschil is tussen genetische modificatie (gentech) en ‘reguliere veredeling’.

In de Europese Unie zijn alle typen genetische modificatie nog vrij zeldzaam en aan strenge regels gebonden. In de Verenigde Staten is de methode algemeen geaccepteerd. Vrijwel alle Amerikaanse katoen, maïs en soja is genetisch gemodificeerd. Voornamelijk om ze resistent te maken tegen bestrijdingsmiddelen en insecten. Genetische modificatie wordt ook gebruikt om de voedingswaarde van een gewas te verhogen. Golden Rice, een gmo-variant van gewone rijst, bevat veel vitamine A. In de jaren negentig is het gewas ontwikkeld om vitamine A-tekort bij kinderen in ontwikkelingslanden te voorkomen. In de VS kwam in 2017 voor het eerst een genetisch gemodificeerde appel in de schappen. De Arctic Apple van het Amerikaanse bedrijf Okanagan Specialty Fruit heeft vruchtvlees dat niet verkleurt. Volgens het bedrijf draagt de aanpassing bij aan vermindering van voedselverspilling. Consumenten gooien appels met een bruin plekje namelijk vaak weg.

Genetisch gemodificeerd voedsel

landbouw golden rice

Deze GMO-variant van gewone rijst bevat veel vitamine A.

landbouw katoen

Ook niet-eetbare producten worden in Amerika genetisch gemodificeerd. Zoals de katoenplant, die hierdoor minder vatbaar is voor ziektes.

landbouw gentech soja

In Amerika is vrijwel alle geproduceerde soja genetisch gemodificeerd.

landbouw appel

De Arctic Apple verkleurt veel minder snel dan de gewone appels, waardoor consumenten hem minder snel weggooien.

Genetisch gemodificeerd voedsel zou ook in Nederland gangbaar moeten worden

Genetische modificatie is omstreden. Milieu-organisaties zeggen dat gmo-gewassen zich ongewenst vermengen met niet-gemodificeerde gewassen en dat de effecten op de lange termijn onduidelijk zijn. Om die reden pleit de Partij voor de Dieren voor een verbod op genetische modificatie van gewassen. 

Een nieuwe vorm van gentechnologie is CRISPR-Cas. De technologie is pas enkele jaren oud, maar zorgt nu al voor een enorme doorbraak. Net als bij gmo-technologie kunnen wetenschappers een gen toevoegen of weghalen. Maar de techniek is veel preciezer en sneller dan de traditionele gentechnologie. In hoog tempo ontstaan gewassen met een combinatie van nieuwe eigenschappen: maïs die tegen droogte kan, of gewassen die bestand zijn tegen veelvoorkomende ziekten.

CRISPR-Cas

Er is erg veel mogelijk op het gebied van genetische modificatie, vooral met CRISPR-Cas. Maar de regelgeving in Nederland is erg streng, dus we zien het maar weinig.

De techniek van CRISPR-Cas maakt het mogelijk om binnen enkele minuten de genen van een plant te veranderen.

Genetische modificatie kan de productiviteit in de landbouw nog meer verhogen. Maar de techniek is omstreden want ook bij deze techniek blijft het risico van mogelijk onbedoelde gevolgen bestaan.

In het kort:

  • Landbouw ontstaat als jagers/verzamelaars zo'n 12.000 jaar geleden ontdekken dat het makkelijker is lange tijd op dezelfde plek te blijven als de grond vruchtbaar is.

  • De ontdekking van veredeling draagt bij aan de ontwikkeling van sterke rassen, waardoor de oogsten hoger uitvallen.

  • De Groene Revolutie is de combinatie van veredeling, en het gebruik van kunstmest en pesticiden. Daardoor worden in de jaren zestig veel Aziatische landen zelfvoorzienend.

  • Door intensieve landbouw en internationale handel is de voedselzekerheid toegenomen.

  • Intensieve landbouw heeft een prijs. De milieudruk op de natuur en biodiversiteit is groot. 

  • Genetische modificatie kan de productiviteit in de landbouw nog meer verhogen. De techniek is omstreden. In de Europese Unie mogen bedrijven de technologie mondjesmaat toepassen.

En je weet het!

Anderen het laten weten?

auteur

Door Willemien Groot

Ook interessant

om te weten