Hoe de Atlantikwall honderdduizenden Nederlanders heeft verdreven

Atlantikwall_Katwijk
Hoe de Atlantikwall honderdduizenden Nederlanders heeft verdreven

Gepubliceerd: 17-4-2018

Laatste update: 25-04-2023

Om een invasie te voorkomen, bouwt Duitsland vanaf 1941 een meer dan vijfduizend kilometer lange verdedigingslinie langs de Atlantische kust, van Noorwegen tot Spanje. Voor het dichtbevolkte Nederland heeft deze Atlantikwall rampzalige gevolgen: complete wijken in kustplaatsen als Den Haag, IJmuiden en Hoek van Holland maken plaats voor bunkers en tankgrachten. Meer dan 350.000 Nederlanders worden uit hun huizen verdreven - een vrijwel onbekende geschiedenis.

Een grote volksverhuizing

Het is februari 1943 en we bevinden ons in Duindorp, Scheveningen. Daar, in een van de woningen, zit Dirkje den Heijer met haar ouders aan tafel. Het is etenstijd, voor haar staat een bord linzensoep. Ze lepelen van de soep tot plots een aantal mannen de kamer binnenstormt. Bijna werktuigelijk tillen Dirkje en haar ouders hun borden op. Dan, zonder te aarzelen, pakken de mannen de tafel op en verdwijnen uit de woning.

Buiten is het chaos: mensen stapelen meubels en huisraad op houten karren waarvoor paarden zijn gespannen. Sommigen binden bedden en stoelen op bakfietsen, anderen slepen het hoogstnoodzakelijke achter zich aan. Van een afstandje houden mannen in uniformen het schouwspel in de gaten.

Atlantikwall_evacuatie_fiets
Evacuatie per fiets op de Stadhouderslaan in Den Haag.

De grote volksverhuizing is begonnen. Meer dan honderdduizenden Nederlanders, woonachtig aan de Nederlandse kust - van Zeeland tot aan Den Helder - verlaten tussen 1942 en 1945 gedwongen hun huizen voor de bouw van de Atlantikwall. De nationaalsocialistische leider Adolf Hitler wil een verdedigingslinie van meer dan vijfduizend kilometer langs de Atlantische kust bouwen - van Noorwegen tot aan Spanje - om een eventuele invasie van de geallieerde legers te voorkomen.

Sommige inwoners vinden onderdak in de kuststreek of krijgen een nieuw huis, anderen worden geëvacueerd naar het oosten of noorden van het land. Maar niet voor iedereen is de bouw van de verdedigingslinie een ramp. Sommige Nederlanders die verdienen aan het zaakje - iemand moet immers de bunkers en tankgrachten aanleggen. De ontruiming en afbraak van de Nederlandse kuststreek is een vergeten verhaal uit onze collectieve oorlogsgeschiedenis.

Verdreven voor de Atlantikwall

Het verhaal van de ontruiming en afbraak van de Nederlandse kuststreek tussen 1942 en 1945 is vrijwel onbekend. Op een paar losse publicaties na wordt een volledig overzichtswerk pas in 2017 gepubliceerd door Geert-Jan Mellink, Peter Saal en Steven van Schuppen, die nieuw archiefmateriaal, foto’s en ooggetuigenverslagen en nieuwe interviews bij elkaar brengen.

De ontruiming van Duindorp, fragment uit een documentaire van Hans Polak.

Wat is de Atlantikwall?

Op 22 juni 1941 begint nazi-Duitsland met de grootste militaire operatie uit de wereldgeschiedenis: Operatie Barbarossa. De Duitsers willen snel het Europese deel van de Sovjet-Unie innemen. Aanvankelijk stevenen ze af op een succes, maar in oktober 1941 loopt de Duitse opmars vast - het zal vanaf dan een bloederige strijd zijn, die nog vier jaar lang zal voortduren.

Daardoor dreigt voor de Duitsers een tweefrontenoorlog: aan de oostkant het Sovjetleger, aan de westkant de Amerikanen en de Britten. Om veel Duitse troepen aan Russische zijde te kunnen concentreren, besluit Hitler in augustus 1942 om een Neu Westwall te bouwen langs de kusten van Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Nederland, België en Frankrijk. Later zal die muur - vanwege propagandistische redenen - worden omgedoopt tot het bombastische Atlantikwall. Het moet de suggestie wekken dat ‘de vesting Europa’ ondoordringbaar is. 

Atlantikwall_kaart
De Atlantikwall van Noorwegen tot Spanje

Bij die verdedigingslinie gaat het niet enkel om een reeks bunkers, maar ook om meters prikkeldraad, diepe tankgrachten en een groot open veld tussen het land en het water zodat de vijand niet ongezien kan aanvallen. Die verdedigingswerken hebben veel ruimte nodig, waardoor in veel plaatsen aan de Nederlandse kust (44 gemeenten) huizen gesloopt moeten worden. Dit alles ondanks dat Nederland een onwaarschijnlijke landingsplek is voor de geallieerden - het achterland kent een goede infrastructuur, waardoor de Duitsers zich bij een eventuele aanval snel kunnen mobiliseren.

De ontruimingen gaan vaak in snelle cycli: één dag inpakken, de volgende dag de sleutel inleveren en daarna eruit, want de slopers komen.

Hoe verloopt de ontruiming en sloop van de kuststreek?

Vanaf april 1942 verklaren de Duitsers heel het kust- en duingebied tot verboden terrein. Op de Franse, Belgische en Nederlandse stranden staan 15.000 bunkers gepland. Mede daarom is er vanaf juli 1942 een bouwstop: alle beschikbare materialen en arbeidscapaciteit moeten naar de verdedigingslinie toe. 

Ondanks de beeldvorming zal de Atlantikwall niet een onafgebroken muur worden: het gaat om losstaande bunkers en vestigingen. In gebieden daartussen worden bijvoorbeeld stukken land onder water gezet, zoals later dat jaar op het Zeeuwse schiereiland Walcheren.

Op 20 april 1942 komt het eerste Duitse bevel om de Nederlandse kustplaatsen te ontruimen. Hoewel al in 1939 een Bureau Afvoer Bevolking (BAB) is opgericht met het oog op toekomstige oorlogsevacuaties, verloopt de ‘verplaatsing van de bevolking’ moeizaam. De Duitsers kondigen de ontruimingen vaak op het laatste moment aan en werken in snelle cycli: één dag inpakken, de volgende dag de sleutel inleveren en daarna eruit, want de slopers komen.

Het BAB ontwikkelt een complex systeem van vergoedingen voor de evacuees: sommige krijgen huurgeld of een vergoeding voor hun gesloopte huis, andere krijgen vormen van zakgeld. Denk aan kleding- en voedselbonnen of brandstofbonnen - het is afhankelijk van de situatie van het gezin en het inkomen.

Zo staat de moeder van de heer Van Schie te huilen als ze rond de kerst van 1942 moeten evacueren uit de Kompasstraat in IJmuiden. Alle meubels gaan in een platte kar waarover een zeil wordt gespannen. Ze vertrekken naar Schelluinen, een plaats vlakbij Gorinchem. “Mijn vader kreeg twintig gulden evacuatiegeld per week,” vertelt hij. “Dat was geen vetpot.” Als de heer Van Schie na de oorlog terugkomt, is alles weg - zelfs de straatstenen zijn weggehaald om verbindingswegen tussen de bunkers te leggen.

De ontruimingen verlopen soms chaotisch: in de periode van 1942 tot 1945 maken de Duitsers telkens nieuwe plannen over welke huizen gesloopt moeten worden en waar de tankschachten moeten lopen. Toch is de bevolking inschikkelijk, er is weinig verzet - wel vinden in verlaten huizen plunderingen plaats. Mensen lijken te accepteren dat sloop nodig is voor de oorlogsvoering. Bovendien zijn ze minder gehecht aan hun huizen, in die tijd zijn er relatief weinig koophuizen.

"Het is misschien een harde vraag, maar hebben ze in Zandvoort met liefde hun badplaats ten gronde gericht?" 

Waar gaan de evacuees heen?

Met betrekking tot de plaats waar de evacuees heen moeten, maakt de Duitser onderscheid tussen twee categorieën: evacuees die economisch in min of meerdere mate onmisbaar zijn (denk aan gemeenteambtenaren, politieagenten, bouwmedewerkers en medewerkers van nutsbedrijven) en mensen die dat niet zijn, zoals werklozen, gepensioneerden en weduwen met kinderen.

Zo’n zeventig procent van de evacuees vindt een tijdelijk adres bij vrienden of familie of krijgt - omdat zij economisch van belang zijn - een huis in de omgeving toegewezen. De andere dertig procent lukt het niet. Zij worden voor een groot deel geëvacueerd naar het noorden en oosten van het land. 

Atlantikwall_cover_evacuatie
Evacuatie van het Benoordenhout, Den Haag

De verwachting is dat gedurende vier jaar zo’n 150.000 mensen richting de provincies zullen moeten gaan - zo’n 10 procent van de bevolking in die gebieden. Uiteindelijk zal het maar 3 à 4 procent van de bevolking zijn. Zo worden in het Twentse Haaksbergen duizend evacuees verwacht, maar uiteindelijk komen er maar 37 - veel evacuees kunnen uiteindelijk toch bij kennissen of vrienden terecht.

Iemand die wel gaat, is Fred van Werkhoven. Samen met zijn moeder moet hij als dertienjarige van Den Haag naar Nijverdal, Overijssel. Hij beschouwt de evacuatie als zijn redding: als hij in Den Haag was gebleven, zou hij nooit hebben kunnen opbloeien. Na de bevrijding verhuist hij naar Almelo.

Historicus Loe de Jong: "Nederlanders maakten jacht op de Duitse opdrachten."

Hoe verloopt de bouw van de Atlantikwall?

De bouwstop in Nederland vanaf 1942 zorgt voor veel bedrijvigheid bij de Nederlanders bij het bouwen van de Atlantikwall - nergens anders is geld verdienen in de bouwsector. Sommigen laten zich zelfs omscholen om in de bouw te kunnen werken. 

"Voor de Duitsers werken? Dat vond ik niet erg." De hele uitzending zien? Kijk op de site van De Oorlog.

Een van hen is Johannes Kooistra, die samen met zijn vader op Schiermonnikoog bunkers voor de Duitsers verft. “We vonden het niet erg,” vertelt hij zonder schaamte. “De Duitsers gingen met een bel door het dorp en boden veertig cent per uur. Man, dat is vijftien cent meer dan een kwartje. Die Duitsers, die hadden geld genoeg, ze drukten maar raak en wilden betalen.”

Veel Nederlanders zien het dus als een van de weinige manieren om geld te verdienen en hun gezin door de oorlog te loodsen, anderen zien de sloop van de huizen als een nieuwe start. Zoals de toenmalige burgemeester van Katwijk, die al voor de oorlog bezig is met herstructureringsplannen. Het gerucht gaat dat hij van een nood een deugd heeft gemaakt en dat er meer huizen zijn gesloopt dan gepland.

Het verhaal is nauwelijks bekend. Het beton en het ijzer wel, maar er schuilt een enorm menselijk drama achter.

De ontruiming van de Nederlandse kust

AVROTROS - Radio Een Vandaag, 20 mrt 2017

00:00

00:00

Wat is de erfenis van de Atlantikwall?

Nadat het nieuws binnensijpelt dat D-Day is begonnen, gaan mensen langzaamaan terug naar de kustplaatsen. Na de bevrijding gaat de wederopbouw traag en sommige Nederlanders kiezen ervoor om in hun opvanggemeente te blijven. In 1950 worden de laatste vluchtelingen van hun evacués-status ontheven.  

Na de oorlog worden bunkers aan de kust met dynamiet opgeblazen, maar dat lukt maar voor een deel. Er zijn veel bunkers, het beton is dik. Nog tot op de dag vandaag liggen onder het strand bunkers die nooit meer zijn betreden - sommige mensen graven nog steeds naar de bunkers. Voor het grote publiek zijn de bunkers een dag per jaar open. Op sommige plekken zijn van de bunkers uit noodzaak woningen of vakantiehuisjes gemaakt.

Maar hoewel de bunkers zijn gebleven, is het verhaal van de evacuaties weggezakt. In geen enkel ander land als het dichtbevolkte Nederland zijn door de zoveel mensen geëvacueerd door de aanleg van de Atlantikwall. Maar uitgesproken herinneringen aan die evacuaties, vervagen na de oorlog in snel tempo. De oorzaak daarvan is lastig te bepalen, zoals altijd gaat het om een combinatie van factoren.

Het zou kunnen dat historici in de begindagen na de oorlog vooral geïnteresseerd zijn in de militaire aspecten van de Atlantikwall, maar misschien zijn het ook de evacuaties zelf. Ze laten een pijnlijke geschiedenis zien. Eentje waarbij de inwoners meehielpen met de sloop van hun eigen kuststeden en de bouw van Duitse bunkers.

Nicolaas op oorlogspad

Meer dan zeventig jaar na dato spreekt de Tweede Wereldoorlog nog steeds tot de verbeelding. Nicolaas Veul heeft deze oorlog vaak ‘beleefd’ in Hollywood-films en videogames die de strijd echt voelbaar willen maken. In vier afleveringen onderzoekt hij wat WO II zo aantrekkelijk maakt.

In de tweede aflevering gaat Nicolaas mee gaat op pad met twee jonge handelaren die zoeken naar gebruiksvoorwerpen van de Wehrmacht en nazi’s. Hij graaft stiekem mee met een Haagse vriendengroep naar de verborgen restanten van de Atlantikwall. En hij doet op het NIOD, de plek waar de laatste persoonlijk spullen van de oorlog binnen worden gebracht, een bijzonder duistere vondst. Welke verhalen vertellen de spullen nog? En hoe gaan we met onze pijnlijke erfenis om?

Bunkers van Atlantikwall

De bunkers zijn sterk, soms is één lading dynamiet niet voldoende.

Nicolaas spreekt Ruud over de nagelaten bunkers op het Nederlandse strand. De hele aflevering zien? Kijk op VPRO.nl

Nicolaas en Ruud kraken een bunker. De hele aflevering zien? Kijk op VPRO.nl

In het kort

  • Na een mislukte Duitse operatie dreigt de Tweede Wereldoorlog een tweefrontenoorlog te worden. Om veel Duitse troepen aan de Russische zijde te kunnen concentreren, besluit Hitler in augustus 1942 om de Atlantikwall te bouwen aan het westfront: een meer dan vijfduizend kilometer lange verdedigingslinie langs de Atlantische kust, van Noorwegen tot Spanje.

  • Voor het dichtbevolkte Nederland heeft deze Atlantikwall rampzalige gevolgen: complete wijken in kustplaatsen als Den Haag, IJmuiden en Hoek van Holland maken plaats voor bunkers en tankgrachten. Meer dan 350.000 Nederlanders worden uit hun huizen verdreven.

  • De ontruimingen verlopen soms chaotisch: in de periode 1942 tot 1945 maken de Duitsers telkens nieuwe plannen over welke huizen gesloopt worden. De bevolking inschikkelijk, er is weinig verzet - wel plunderen mensen verlaten huizen waarvan de inboedel slecht wordt bewaakt.

  • Zo’n 70 procent van de evacuees vindt een tijdelijk adres bij vrienden of familie of krijgt, omdat zij economisch van belang zijn, een huis in de omgeving toegewezen. De andere 30 procent wordt voor een groot deel geëvacueerd naar het noorden en oosten van het land.

  • De bouw van de verdedigingslinie loopt meerdere malen vertraging op door het tekort aan personeel en bouwmateriaal - uiteindelijk zullen van de geplande tweeduizend bunkers slechts 510 worden opgeleverd. 

  • Toch wordt er flink gebouwd aan de kust, de bouwstop uit 1942 zorgt ervoor dat veel Nederlanders zich vol overgave op de bouw van de verdedigingslinie storten - ze kunnen nergens anders geld verdienen. Sommigen laten zich zelfs omscholen om in de bouw te kunnen werken.

En je weet het!

Anderen het laten weten?

auteur

Door Fabian de Bont

Ook interessant

om te weten