Hoe komen donorkinderen hun biologische vader op het spoor?

donorkinderen_kliniek
Hoe komen donorkinderen hun biologische vader op het spoor?

Gepubliceerd: 26-3-2019

Laatste update: 28-04-2023

In Nederland lopen vele duizenden donorkinderen rond: kinderen die verwekt zijn met het zaad van een donor. Tegenwoordig is anonieme spermadonatie in ons land verboden, maar vroeger was anonimiteit juist de norm. Hoe weten donorkinderen hun bloedverwanten soms alsnog te vinden? En wat ging er mis in de kliniek van Jan Karbaat?

Redacteur: Jessie van den Broek

Programma: Andere Tijden

Hoe werkt spermadonatie?

Vader, moeder, kind: dat is het traditionele plaatje van hoe een gezin in elkaar zit. Maar voor sommige mensen met een kinderwens ligt het allemaal wat ingewikkelder. Bijvoorbeeld voor lesbische stellen, alleenstaande vrouwen bij wie er geen mannelijke partner in beeld is, of stellen met vruchtbaarheidsproblemen. Mensen bij wie het om wat voor reden dan ook niet lukt om op de 'traditionele' manier zwanger te worden, kunnen in aanmerking komen voor kunstmatige inseminatie met donorzaad (KID). Daarbij wordt sperma van een zaaddonor ingebracht in de baarmoeder.

In sommige gevallen is de zaaddonor een bekende, bijvoorbeeld een vriend of familielid. Maar mensen die liever geen bekende donor willen, of er geen kunnen vinden, kunnen ook bij de spermabank terecht. Daar ligt ingevroren sperma opgeslagen van mannen die hun zaad hebben gedoneerd.

"Je helpt mensen er enorm mee, en de eigenlijke impact op je leven is bijna nul."

Aan spermadonoren worden wel wat eisen gesteld. Het moeten onder andere gezonde mannen van tussen de 18 en 45 jaar oud zijn, die een goede zaadkwaliteit hebben en (voor zover bekend) vrij zijn van erfelijke afwijkingen. Daarnaast mag met het zaad van één donor maar een beperkt aantal kinderen worden verwekt. Daar zijn verschillende redenen voor, waaronder het risico dat kinderen van dezelfde donorvader elkaar later tegenkomen en een relatie beginnen – zonder te weten dat ze familie van elkaar zijn.

In Nederland is op dit moment een flink tekort aan spermadonoren. Daardoor moeten mensen vaak meer dan een jaar wachten voordat er donorzaad voor ze beschikbaar is. Sommige wensouders nemen daarom hun toevlucht tot andere methoden, zoals het bestellen van buitenlands sperma via internet.

Donorzaad uit Denemarken is gewoon via internet te bestellen. Bekijk de hele aflevering op NPO Start

Mogen donoren anoniem blijven?

In Nederland worden sinds 1948 kinderen verwekt met behulp van donorzaad. In de beginjaren is de behandeling nog in nevelen gehuld: mensen worden alleen behandeld als ze een geheimhoudingsverklaring ondertekenen. Veel ouders en donoren willen zelf ook liever niet dat hun omgeving ervan weet, en ook voor het kind zelf zou het beter zijn om de waarheid niet te weten.

Donorkinderen vroeger en nu

In de beginjaren is kunstmatige inseminatie met donorzaad zeer omstreden. De weinige artsen die zich er toch aan wagen, eisen strikte geheimhouding. Bekijk de hele uitzending

Esther kreeg op haar 28ste te horen dat haar vader eigenlijk niet haar vader was. Bekijk de hele aflevering op NPO Start

In de jaren 80 begint men daar anders over te denken en groeit het besef dat het voor kinderen belangrijk is om te weten waar hun wortels liggen. Sommige donorkinderen hebben altijd al het gevoel ‘dat er iets niet klopt’ en dat hun vader niet hun échte vader kan zijn. In 1987 adviseert de Gezondheidsraad om donorkinderen in te lichten over hun afkomst. Uiteindelijk komt er in 2004 een nieuwe wet, die anoniem sperma doneren in Nederland verbiedt. Tot 2004 hebben donoren nog de keuze of ze hun sperma anoniem willen doneren (A-donor) of op termijn vindbaar willen zijn voor het kind (B-donor), maar sinds 2004 zijn dus alleen nog vindbare donoren toegestaan.

Opmerkelijk genoeg heeft de wet van 2004 ook nog een ander – voor veel mensen ongewenst – gevolg. Mannen die vóór 2004 sperma hebben gedoneerd als B-donor, kunnen er nu alsnog voor kiezen om A-donor te worden. Hoewel ze dus eerder hebben afgesproken vindbaar te zijn voor hun toekomstige kinderen, komen sommige donoren daar nu op terug. Voor veel donorkinderen is dat een flinke klap. Zij hadden zich erop ingesteld dat ze na hun zestiende hun biologische vader konden leren kennen, maar die mogelijkheid is nu ineens verdwenen.  

Donor-ABC

  • A-donor: Een anonieme donor. In Nederland mogen mannen sinds 2004 niet meer anoniem sperma doneren, maar in sommige landen nog wel.
  • B-donor: Een niet-anonieme donor die gevonden wordt via een kliniek. Als het kind 16 is, kan het de persoonsgegevens van de donor opvragen.
  • C-donor: Een niet-anonieme donor die door de wensouders zelf wordt gevonden –  bijvoorbeeld een vriend of familielid.

De biologische vader van Maria heeft zich bedacht en wil niet meer vindbaar zijn. De hele aflevering zien? Kijk op NPO Start

Het komt ook voor dat donoren juist wél gevonden willen worden, maar door administratieve fouten van spermaklinieken toch onvindbaar zijn voor hun kinderen. Sommige klinieken zijn jarenlang slordig omgegaan met de gegevens van donoren, met alle gevolgen van dien.

Emi en Maartje waren zeventien jaar op zoek naar hun biologische vader, maar de kliniek nam geen contact met hem op. De hele aflevering is te zien op NPO Start

Wat ging er mis in de kliniek van Jan Karbaat?

Sommige vruchtbaarheidsartsen nemen het lange tijd niet zo nauw met de regelgeving rondom zaaddonatie. Het bekendste voorbeeld in Nederland is Jan Karbaat, die tot 2009 jarenlang sjoemelt met spermadonaties in de door hem geleide kliniek Medisch Centrum Bijdorp. Karbaat gebruikt regelmatig zijn eigen sperma om vrouwen te insemineren, terwijl de vrouwen daar niet van op de hoogte zijn. Op die manier verwekt hij tientallen kinderen.

donorkinderen_bijdorp
Medisch Centrum Bijdorp

Ook gebruikt Karbaat in zijn kliniek veelvuldig het zaad van Louis, een donor met het syndroom van Asperger (een vorm van autisme). Met het zaad van deze donor worden – tegen de richtlijnen in – tientallen, misschien wel honderden kinderen verwekt, tegenwoordig ook wel bekend als de ‘Halfjes van Louis’.

In 2009 sluit de Inspectie voor de Gezondheidszorg de kliniek vanwege allerlei misstanden. Daarna komt steeds meer informatie naar buiten over Karbaats ‘sjoemelzaad’ en de omvang van zijn wanpraktijken. De hele kwestie drukt zwaar op donorkinderen die in de kliniek verwekt zijn. Zij zitten lang in onzekerheid over de vraag of Karbaat nu wel of niet hun biologische vader is.

Joey schrikt zich rot als hij een foto ziet van Karbaat in zijn jonge jaren. Bekijk de hele aflevering op NPO Start

In 2017 spant een groep donorkinderen een rechtszaak aan, waarin ze eisen dat ze het DNA van de – dan inmiddels overleden – arts met dat van henzelf mogen vergelijken. Op die manier willen ze definitief kunnen vaststellen of hij hun biologische vader is. Begin 2019 stelt de rechter de donorkinderen in het gelijk. Via DNA-onderzoek worden de vermoedens van 49 donorkinderen in april 2019 bevestigd: Karbaat is hun vader. 

donorkinderen_karbaatzaak
Donorkinderen tijdens de rechtszaak over het DNA van Karbaat.

Karbaat is niet de enige arts die zijn eigen sperma gebruikte bij vruchtbaarheidsbehandelingen. Er zijn steeds meer gevallen bekend van gynaecologen die hun eigen zaad gebruikten en zo tientallen kinderen hebben verwekt. Stichting Donorkind denkt dat het "om het topje van de ijsberg" gaat en dat er nog veel meer gevallen zullen worden ontdekt.

Hoe komen donorkinderen hun verwanten soms alsnog op het spoor?

Steeds meer donorkinderen gaan op zoek naar hun genetische oorsprong. Dat doen ze onder andere om hun verwanten te leren kennen, om meer te weten komen over erfelijke aandoeningen in hun familie, en om te voorkomen dat ze onbedoeld een relatie beginnen met een bloedverwant.

Voor kinderen die zijn verwekt met het zaad van een anonieme donor is het lastig – maar lang niet altijd onmogelijk – om hun verwanten op te sporen. Tegenwoordig zijn er steeds meer mogelijkheden op dat gebied. Via (inter)nationale DNA-tests en databanken als Familytree en Myheritage kunnen donorkinderen op zoek gaan naar hun genetische achtergrond. Door een beetje wangslijm op te sturen en gegevens over jezelf in te vullen, kun je een profiel aanmaken bij zo’n databank. Vervolgens wordt je profiel vergeleken met dat van anderen, in de hoop op een match. Op die manier vinden donorkinderen soms niet alleen hun biologische vader, maar ook halfbroers en -zussen van wie ze het bestaan niet wisten.

Milan heeft misschien wel meer dan vijftig broers en zussen. 

Ook gebeurt het soms dat zaaddonoren terugkomen op hun eerdere besluit om anoniem te blijven, omdat ze inzien hoe belangrijk het voor hun kinderen kan zijn om te weten van wie ze afstammen. Hun profiel wordt dan alsnog opgeslagen in een DNA-databank, zodat het gematcht kan worden als iemand naar hen op zoek is.

In het kort

  • Bij kunstmatige inseminatie met donorzaad (KID) wordt sperma van een zaaddonor ingebracht in de baarmoeder. De donor kan een vriend of bekende zijn, maar kan ook via een spermabank worden gevonden. 

  • In de beginjaren wordt de behandeling geheim gehouden, maar door de jaren heen groeit het besef dat het voor kinderen belangrijk is om te weten waar hun wortels liggen. Sinds 2004 is anonieme spermadonatie in Nederland verboden.

  • Vruchtbaarheidsarts Jan Karbaat sjoemelt jarenlang met spermadonaties in zijn kliniek. Regelmatig gebruikt hij stiekem zijn eigen sperma om vrouwen te insemineren. Op die manier verwekt hij waarschijnlijk tientallen kinderen.

  • Via de Fiom KID-DNA Databank kunnen donorkinderen op zoek naar hun genetische achtergrond. Op die manier vinden ze soms niet alleen hun biologische vader, maar ook halfbroers en -zussen van wie ze het bestaan niet wisten.

En je weet het!

Anderen het laten weten?

auteur

Door Jessie van den Broek

Ook interessant

om te weten